HET HAVEKE 2, zaterdag 15 september 2012, ca 3 uur
Terwijl ik op de kruising van de Zutphenseweg en de Schoolstraat wachtte op C, die helemaal uit het midden van het land moest komen, stopte er een blitse car en de blitse eigenaar, M3 geheten, vroeg of ik soms een lift nodig had. Ik legde hem echter uit dat mijn professionele sterrensjamaancarriere nu van start ging en ik zo op het landgoed achter hem aan de wandel ging en wachtte op mijn afspraak.  En vroeg hem de groeten te doen aan M1:-)

Ik leunde daarna maar eens even gezellig tegen de Eik vlak voor de ingang aan en vroeg hem of C nog kwam, Eik zei uitbundig JAA, en daar was ze al
dan gaan we aan de wandel op landgoed het Haveke nadat we de begineik binnen het poortje nog een keer om zegen vroegen voor de wandeling
Van zowel de tamme kastanje (links) als de Beuk (rechts) ervoer C een ietwat koude energie (wat me bij de tamme kastanje trouwens verbaasde, maar het was deels, niet overal bij die boom)
Als ik C vertel over hoe spiritueel ik dit laantje vind, pakt ze er een stok bij om de trillingen in de grond te voelen, klaarblijkelijk kan ze dat. De trillingen waren matig
Aan deze Eik stelt C haar vraag, die in hoofdstuk 7 van "Het Boek" vermeld wordt (link onderaan). De rechterboom herkent ze uit Indonesie, waar hij veel gebruikt werd voor kerstdecoraties.
Bij deze eik die zo prachtig als rugleuning tegen een bankje staat heeft ze al dezelfde warme ervaringen als ik had toen ik hier kennis maakte met deze plek.  Prompt daarop krijg ik een regenboog-obsidiaan van haar!
we lopen maar eens door
Hier doet C hetzelfde wat ik wel eens doe, de GROND fotograferen. Ze heeft al net zo'n belangstelling voor structuren als ik, kennelijk ook met kunst opgevoed  (boombasttekeningen bijvoorbeeld!)
hoofdstuk 2: kunstige detox-fungi
van beukstructuren zou je eigenlijk ook een aparte pagina kunnen maken....
C voelt de energie van de Beuk met de wespenappeltjes, en ik fotografeer een half dode tamme kastanje
Een beuk met een Hanenpoot! Of is het meer een struisvogelpoot? Ik zet hem er bij op de boomwortelpagina.
als ik doorloop en een bijna dansende boom fotografeer, omhelst Corrie de struisvogelbeuk
weer van die mooie structuren. En boven ons filosofiehutje
ik stal er vast wat uit en jawel hoor, merk dat de zelfgemaakte smudgestick van bijvoet het uitstekend doet!
sterker nog, onderweg had ik wat berkenschors meegenomen, en ik merk dat dat ook uitstekend brandt! En dan lekker ruikt.  Dat had ik afgekeken van een Russische sjamaan. Meer daarover in hofdstuk 7 van "Het Boek", klik hier
Mooi he? Dit is nu boombastkunst van de Papoea's waar C  ook les in heeft gegeven, ze stuurde deze afbeelding op als voorbeeld, het heet "de Overvloed". Ze schreef over het meest voorkomende motief op de maro/malo, het FOUW motief: de spiraal. De SPIRAAL is het culturele herkenningspunt van de Sentani stamgroep, die wonen op en rond het Sentanimeer in N.O. Papua. De spiraal refereert naar de kringen die de peddel maakt tijdens het kanovaren, een dagelijkse bezigheid. FOUW staat symbool voor het Sentani ideaal: voortdurende verbondenheid en harmonie. Het fouwmotief is altijd de basis van een visnetschildering. FOUW betekent ook wel vastbinden. Er bestaan verschillende soorten afbeeldingen met het FOUWmotief. 1. DE MANDALAU/mandelu - cirkelvorm met spiralen - (verwijst ook naar de bloeiende lotusbloem) symboliseert de opbrengst van de tuin, de ubi (knollen) oogst. Het leven in een dorp stelt men voor als een cirkel waarin de dorpelingen elkaar steunen met diep respect voor het stamhoofd die op zijn beurt weer zorgt voor genoeg eten voor iedereen: hij zorgt voor het in EVENWICHT houden van de economie in het dorp. 2. een afbeelding van vissen en andere dieren als schildpadden/soms krokodillen, betekent: OVERVLOED. 3. de foto hiernaast is een maro van 10x15 cm. Ze worden verkocht aan toeristen. Er zijn ook grotere afmetingen, soms wel 50x70 cm of groter. Deze informatie heb ik van Augus Ongge, een van de belangrijkste kunstenaars/ontwerpers van zijn stam. Met hem ben ik meegegaan om het hele proces van boom-maro mee te maken in 1992.
Traditional song from Papua New Guinea, sung by George Telek in Kuanuan language and tells about butterflies which represent the spirit of ancestors
.






























.
Make a Free Website with Yola.