Het verhaal van de Metasequoia (de Watercypres uit China)  vrijdag 22 juli

Onderweg terug van Ruurlo naar Lochem (bleek de gemeente Barchem te heten), stopte ik min of meer bij deze begineik, waar ik vaak langs tuf maar zelden wandel, dus ik deed hem de groeten maar eens. Ik parkeerde hier omdat ik er vlak bij opnieuw wat koningskaars had gezien in de berm, een zeldzaamheid tegenwoordig (vorig jaar was er nergens wat te bekennen), en aangezien ik in de winter echt baat heb bij het gedroogde kruid ervan (bloemetjes en wortel, maar dat laatste nam ik vandaag niet mee)... Hieronder de koeien achter de parkeerplaats, die kalm maar nieuwsgierig lagen te herkauwen. Als je een Stier bent, heb je natuurlijk heel vaak Mercurius of Venus in Tweelingen staan, vandaar vast de nieuwsgierige aard van de Kalme Koe:

Poe, wat een weertje eigenlijk, zo aan de lucht te zien, het woei overigens wel flink, maar het was niet koud. De zwaluwen vlogen wederom akelings langs de grond, betekent dat nu mooi weer morgen?

Hier was ik al zo vaak langs getufd, maar nog nooit wezen kijken, nu dus wel: Vaste Planten tuin, iedere middag geopend, verkoop vrijdagmiddag en zaterdag, en het was vrijdagmiddag.

De oprijlaan met een stel indrukwekkende bomen, ceders dacht ik

Vaste planten tuin 1, met een enorme koningskaars op de voorgrond:-)

De verkooptuin. De eigenaar kwam naar me toe en ik vroeg hem of ik de koningskaars kon kopen? Koningskaars? Zei hij, Ja, zeg ik, dat onkruid daarginds:-) De Verbascum? Zei hij, De  koningskaars, zei ik, die is medicinaal voor de winter tegen griep en zo. Ik kreeg hem niet mee, hij wou hem niet verkopen (en dan te bedenken dat ze maar 1-of 2 jarig zijn....)

Het was verder een heel aardige man hoor... ik vertelde hem dat ik onder de indruk was van de bomen langs de oprijlaan en gezien had dat het watercypressen waren, oftewel de metasequoia, want dat bleek op een bordje te staan. Ik vroeg hem hoe oud ze waren, en toen vertelde hij een interessant verhaal (zie eventueel ook de links hieronder).  Deze bomen stonden er nu 41 jaar. Hij had ze zelf geplant. Voor de oorlog dacht men dat deze soort uitgestorven was, na de oorlog was er een plantenexpeditie naar China geweest die in een kloof een exemplaar vond en daar stekjes of zaden van meenam. Omdat Nederland mee had betaald aan de expeditie, kregen zij ook 1 boom ervan, die in Baarn staat. Na zijn opleiding nam deze man een stekkenbedrijf over, waar hij de beschikking had over vele stekjes van deze boom, die inmiddels al weer overal in Nederland voorkomt trouwens, maar voor de oorlog hier absoluut niet voorkwam, men dacht zelfs dat er alleen fossiele resten van over waren. Tot die expeditie dus.  Een beetje sip kijkend zei hij dat ze de laatste jaren wel wat konen hadden laten vallen, maar het was even helemaal stil geworden met de voortplanting. Toen vertelde ik dat ik in Belgie hetzelfde euvel had met mijn Himalayan Pine, oftewel de Tranenden, dat baart ook geen nakomelingenschap. Hij zei toen dat men in Nederland geprobeerd had er een kamerplant van te maken omdat hij het zo goed zou doen vanwege zijn vorm in moderne inrichtingen, maar dat ook dat geheel mislukt was. Apetrots vertel ik hem dat ik 1 zaailing in 10 jaar ontdekt had, en dat die nu in Lochem aan het opgroeien is. Thuisgekomen fotografeerde ik de babyden nog eens even, naast de parkeerplaats en tussen de maagdenpalm, een nog te rooien jong berkje, nog sneller te rooien braam en ander groen spul met stekels:

En constateer dat íe toch wel verdacht veel lijkt op de Grove Dennetjes die er in de omgeving groeien en al iets groter zijn. Dus nu weet ik het niet, straks ben ik met grote zorg een grove den aan het verplaatsen geweest:-) (En hebben we nog geen baby Himalayan Pine:-( 

Make a Free Website with Yola.